Hans

Zoals eerder aangegeven zou ik nog wat vertellen over Hans. Hans was een forse jonge man van mijn leeftijd met een baard en weelderig krullend haar van waaronder een paar pretoogjes de wereld inkeken. Hans was degene die uitkwam bij onze 4WD toen die zonder pardon weigerde om nog verder te rijden. Hij stapte uit zijn oude pick-up en constateerde dat hij, tegenovergesteld aan de Israeliërs, gelukkig achter ons stond zodat hij in ieder geval terug naar huis kon. Hij dook meteen onder onze auto, keek fronsend onder de motorkap en deelde ons droogjes mede dat hij kok was en geen snars verstand van auto’s had. Hij stelde voor mij naar Glenorchy te brengen om daar de plaatselijke monteur te raadplegen. In een razende vaart scheurde hij met de behoorlijk rammelende pick-up over de bergwegen naar beneden het dal in. Zijn hond zat op de laadbak en had minstens zoveel moeite als ik om zich staande te houden terwijl ik nota bene zat. Boven het motorgeronk uit vertelde Hans dat hij ook wat Nederlands sprak. Zijn ouders waren begin jaren ’50 naar NZ vertrokken om er een nieuw bestaan op te bouwen en Hans leerde pas Engels toen hij naar de basisschool moest maar er waren wat Nederlandse woorden en zinnen blijven hangen. Na veel heen en weer geschud en gepraat (toch maar in het Engels) arriveerden wij in wolken van gravelstof bij zijn huis van waar uit hij de monteur belde. Die bleek nog aan een welverdiende en uitgebreide lunch te zitten, wat in NZ betekent: even niet te bereiken, dus Hans zette thee, vertelde over zijn leven en nodigde mij uit om de dag erna met Anja en de boys een kopje koffie te komen drinken. Hierbij wil ik graag een kort overzicht geven van hetgeen hij vertelde over zijn leven in NZ. Hij was kok omdat zijn vader vroeger ging klaverjassen met een Hollandse slager en een hotelmedewerker. Hans leerde al snel het slagersvak en ging in het hotel in de keuken werken als kok. Na een mislukte poging tot het opzetten van een eigen onderneming verhuisde hij op 28 jarige leeftijd met vrouw en 2 kinderen naar het gehucht Glenorchy midden in de bergen om zijn kinderen een ander soort wereld te bieden dan de stad zoals hij die kende. De familie redde door hun komst prompt de plaatselijke school van de ondergang door het leerlingenaantal omhoog te trekken naar het wettelijke minimum van 5. Om meer tijd te hebben voor zijn gezin en de hem omringende natuur begon Hans met het fokken en dresseren van paarden. Hij ging de bergen in om te jagen op herten, konijnen en eenden en in het plaatselijke meer en de rivieren zat genoeg vis om zijn gezin van een behoorlijk maal te voorzien. Naarmate er meer mensen de vallei kwamen bezoeken begon Hans over zijn toekomst na te denken. Hij kocht her en der wat stukjes grond, wat in die tijd nog zeer goedkoop was, en bouwde een bakkerszaakje waar hij eigengebakken brood en wat drinken verkocht. Ook werd hij gevraagd om met zijn paarden mee te werken aan de film Willow. Vanuit dit gegeven trok hij later in fases 3 jaar lang mee met de karavaan van Lord of The Rings. In de Fellowship of the Ring speelde hij één van de negen zwarte ruiters en later een strijder van Rohan. Hij had voor deze laatste rol ook wel zijn uiterlijk mee. In een oude bus trok hij met de filmers mee en kon ons zodoende mooie verhalen vertellen over de vechtscenes, het zwart verven van zijn paarden voor Mordor en de verschillen kleuren die men voor de Rohan paarden gebruikte en over de avonden met de vele anderen die aan deze monumentale film meewerkten. In deze tijd verhuurde hij zijn broodjeszaak annex café. Nu is hij weer kok in een hotel, heeft nog 3 paarden als hobby, zit zijn diepvries vol vlees van zelfgefokte varkens en zelf geschoten hert, heeft hij een groentetuin en plukt hij fruit van zijn eigen bomen en struiken zodat hij zich het hele jaar kan voorzien van allerlei gezond eten. Het water in het dorp komt rechtstreeks uit een onderaardse bron en is natuurzuiver. In zijn vrije tijd volgt hij nog een schriftelijke cursus psychologie en is zeer in het wereldgebeuren en vooral in mensen geďnteresseerd. Wat ik nu neergeschreven heb is een greep uit de verhalen die Hans ons vertelde. Ik noem alleen nog de nacht die hij doordronk met een Ier die hij voor het gemak maar Paddy noemde. Later zongen ze samen nog een lied (de Ier bleek gitaar te kunnen spelen) en in de krant van de volgende dag zag hij zichzelf met Paddy op een foto met de tekst dat een plaatselijke zanger een lied gezongen had met The Edge van U2.
Soms ontmoet je een mens die veel indrukken bij je achter laat zonder dat je het waarom aan iemand kan vertellen en deze Hans is zo’n persoon. Hij is een figuur die bij de kachel in zijn huis op de koude donkere winteravonden uren kan vertellen over zijn filosofische overpeinzingen, zijn ervaringen in voor- en tegenspoed en zijn geheel eigen kijk op het leven. Ik vond onze ontmoeting veel te kort, al zou je dit gezien de lengte van dit verhaal niet zeggen. Ik vond het ook een NZ verhaal dus vergeef mij dat het zo uit de hand gelopen is maar bedenk als troost dat je het nu kunt lezen en stoppen wanneer je dat zelf wilt want als ik het live ga vertellen met alles wat er hier nog niet vermeld is dan zullen we toch echt moeten wachten tot de lange donkere winteravonden bij onze eigen denkbeeldige kachel.