Haka op klompen

Voordat ik iets over de Haka vertel eerst nog iet anders. Er is in mijn ogen zeker één Maori gewoonte die we in Nederland over zouden moeten nemen en dat is de Hongi. Wij zagen deze ceremoniële begroeting bij een traditionele Maori voorstelling in Rotorua. Eerst dachten we dat we aangevallen werden door een halfnaakte speerzwaaiende vechtersbaas die schreeuwend op ons toekwam. Bij al dit gedoe probeerde hij ons ook nog uit alle macht het achterste van zijn tong te laten zien. Dit theater blijkt hier dus vrij normaal te zijn en deze vrolijke uitbarsting van gebaar en geluid gaat dan vloeiend over in de Hongi. Dit is het tweede gedeelte van de begroeting en je drukt de neuzen even tegen elkaar aan. Op deze manier deel je ieders levensadem wat als een gebaar van vriendschap wordt gezien. Voor ons als kritisch onderzoekende moderne westerling zou de Hongi dus prima geschikt zijn. Je weet meteen wat de ander gegeten heeft en of de verkoudheid cq loopneus al over is. Aan de afstand die na de Hongi ontstaat kun je al snel de diepte van de vriendschap herkennen. Hierbij zullen overigens gedeelte eetgewoontes of regulier tandartsbezoek ook wel een kleine rol spelen. In onze maatschappij kun je op deze manier, indien nodig, zelfs nasaal druk uitoefenen en aan sommigen zul je snel kunnen zien of ze veel en graag met anderen neuzen. Toch denk ik dat we deze begroetingsgewoonte niet snel zullen omhelzen al is het vanwege het gemis van dit laatste of anders wel uit oogpunt van hygiëne. Wij geven liever een handdruk en zoenen driemaal. Een autochtone inwoner van NZ vertelde mij dat de Kiwi’s dit een vreemde gewoonte vinden. Het is volgens hen ook niet echt hygiënisch (waar hebben die handen aangezeten?) en het totaal is verwarrend. Ze zien bij de groetenden vaak twijfel of je slechts handdrukt én zoent en hoe vaak en op welke wang en op welke afstand en hoe lang en hoe droog enz enz. Vandaar dat ze dit protocol in de NZ’se ‘doe simpel dus neus’ cultuur maar achterwege laten. Overigens heb ik in het hier uiterst populaire maandblad ‘Noses’ gelezen dat het aantal neuscorrecties de afgelopen jaren gigantisch gestegen is en dat zelfs neuzen gevuld met silicone absoluut geen uitzondering meer zijn.
Nee geef mij in plaats van de Hongi maar de Haka. Deze Maori oorlogsdans is zeer imponerend en blijft lang in je gedachten hangen. Het is een intimiderende explosie van energie en ik had na een Haka uitvoering dan ook absoluut niet de neiging om mijn vechtkunst met deze krijgers te meten. Dit terwijl ik normaal echt niet voor een Samourai, Hun, Merselonaar, Viking of andere ruige jongens aan de kant ga. Misschien dat het, bij de Nederlandse jeugd, populaire Hakke afkomstig is van de eeuwenoude Haka. Alhoewel ik het onder invloed massaal fijnstampen van trottoirtegels niet te vergelijken acht met de verfijnde Haka. Slechts de rollende ogen en het zover mogelijke uitsteken van de tong komen overeen. Toen ik de getatoueerde halfnaakte Maorimannen hun beangstigende Haka zag uitvoeren om de vijand te imponeren en hun eigen adrenaline flink op te voeren voor het komende gevecht kreeg ik visioenen van ons eigen lage landen verleden. Een aantal ferme blonde Hollandse knapen, gekleed in onberispelijk strak gesteven Volendamse kledij, komen op mij af gestormd vervaarlijk rondzwaaiend met een dorsvlegel in de hoop dat ze zichzelf ondertussen niet met dat ding voor de kaaskop slaan. Ondertussen stampen ze oorverdovend met hun getatoueerde klompen op de stevige kleigrond. Deze beelden gaven mij een intens gevoel van vaderlandse trots en de Haka leek al veel minder imponerend dan voorheen overdonderd door onze eigen oeroude klompendans.