Milford Sound

Naar Milford Sound
‘s Morgens staan we omstreeks half 6 op. We vertrekken al snel met de auto. Onderweg stoppen we vaak bij riviertjes, uitzichtpunten of meren. Als we bij de parkeerplaats zijn krijgen we meteen last van de zandvliegen. Mijn moeder heeft gelukkig speciaal spul tegen de zandvliegen bij zich en daar wrijven we ons mee in. Even later komen we erachter dat dat spul ontzettend vies smaakt, omdat Stan en ik een appel willen eten en we die vanzelfsprekend met onze handen aanpakken, waardoor het spul helemaal op de appel komt en de appel niet meer lekker smaakt. Ik kies voor de simpelste oplossing: er ligt opeens een appel tussen de varens... Er is een lange brug naar de plek waar de boten vertrekken. We gaan dan namelijk met een boot over de mooiste plek van Nieuw-Zeeland(Milford Sound dus) varen. Het is wel grappig om over de brug heen te lopen omdat die een beetje gegolfd is. Daarna lopen we over een soort stoep met allemaal palen eromheen. Even later gaan we op de boot.
De cruise
Als we pas op de boot zitten worden de golven aan de voorkant van de boot al hoger. We gaan aan de voorkant zitten dus komen de golven ook tegen ons aan, waardoor we nat worden. Als we gaan zitten om ons tegen de golven te beschermen slaat er in één keer een golf over ons heen. De lens van de camera en het fototoestel zijn nat. Het is al leuk om op zo’n boot te zitten, laat staan om dan ook nog eens zo’n mooi uitzicht op het meer en de bergen te hebben. Als er niemand meer voor op de boot zit ga ik voor op de boot doen alsof ik in de Titanic speel en de bestuurder moet lachen. De boot komt langs watervallen, bergen, eilanden, rotsen in het water en zelfs langs zeehonden. Het is echt heel schattig om de jonge zeehondjes te zien spelen. Op het eind van de cruise komt de boot in de Tasman Zee, de golven daar zijn echt heel erg wild. We hebben geluk met het weer omdat de boot in de zon vaart en de regen achter ons aan komt maar niet bij ons kan komen.
Daarna
De Mitre Peak van Milford Sound kunnen we pas echt zien nu we net van de boot af gaan omdat het al haast middag is en het zicht steeds helderder wordt. We moeten alleen wel ’s morgens gaan omdat het ’s middags ongelofelijk druk is. De Mitre Peak is echt heel erg spits en ik zou er echt niet graag opvallen. Voordat we teruggaan als we bij de terugweg stoppen op een parkeerplaats zien we de Kea, een vogel die je niet eens in een Nederlandse dierentuin ziet. De Kea vliegt blijkbaar maar wat rond bij de mensen in de hoop dat die eten gooien. Die Kea is wel erg mooi, groen met veel kleuren binnen in de vleugels, maar wel héél erg brutaal. Als hij niet genoeg eten krijgt gaat hij maar bijten in het rubber van de auto’s die op de parkeerplaats staan. Hij gaat ook op onze auto zitten en hij kraste behoorlijk. Hij rent en vliegt over alle auto’s heen en krast maar door. Als er een groep Japanners komen, rennen die maar achter de Kea aan, en ‘Klik!, Klik!, en Klik!’, er worden behoorlijk wat foto’s genomen. Mijn moeder zelf is ook de hele tijd foto’s aan het nemen. Als 2 mensen in een auto gaan lunchen, met de raam een stukje open, vliegt de Kea eropaf. Ze gooien ook nog echt kruimels naar hem toe, jammer genoeg is de Kea kieskeurig en begint die aan het rubber te knagen. Een paar meter van de parkeerplaats af staat een bord: ‘Don´t Feed The Kea’. Als we na de middag weer op de camping bij Manapouri zijn hebben ik het gevoel dat het al ’s avonds is.