Week 7

Het is even wennen om vanuit ‘de natuur’ in de stad te zijn. Nelson is echter een aangename stad om te vertoeven. Het is een kunstenaars en kunsthandwerkers stadje. Art, pottenbakkers, glasblazerijen en ander creatief werk vind je in allerlei galerijen dan wel kleine kneuterige shopjes. De stad is ruim aangelegd en we verbazen ons ook hier weer over het feit dat het zo schoon is; er ligt werkelijk nergens rommel op straat. Het centrum is versierd met baskets gevuld met fleurig groen. De gemeente heeft hier een systeem aangelegd waarmee al deze bloemen in de vroege avond automatisch besproeid worden. De panden en etalages maken een kleurige gezellige indruk. De Nelson Cathedral toornt boven alles uit. De kathedraal is midden in de stad op een heuvel gebouwd waardoor je uitzicht over het hele centrum en de zee hebt. Met de zomerse temperaturen is het prettig rondslenteren in Nelson. Tussendoor een frisse duik in de zee en ’s avonds aan de kust genieten van de ondergaande zon. Relaxed, toch?
Tsja, als je zo een tijdje leeft in een caravan komt toch eens de dag dat ‘de grote schoonmaak’ nodig is. Dus bouwen we ook maar eens een dagje in waarop er gewassen, gepoetst en gerepareerd wordt. De grote camping waar we in Nelson staan is zeer rustig op het moment dus we hebben dan ook genoeg plek om alles buiten op het enorme grasveld uit te stallen en een beurt te geven. Totdat... er een meneer vanuit een Maui-camper (een huurcamper) komt vragen of we misschien onze lading bergschoenen kunnen weghalen zodat hij kan zich kan settelen. Hoezo.. precies naast ons? Er is immers zoveel ruimte. ‘Er zullen nog 20 Maui-campers volgen... een Duitse kolonie’. Nou ja, wij reizen graag op onszelf... er zijn ook mensen die graag in colonnes achter elkaar aanreizen. Ieder het zijne, zullen we maar zeggen.
Op 29 februari reizen we een stukje verder noordwaarts. We komen door een gebied waarin fruit, groenten en hop verbouwd wordt en belanden in de ‘Golden Bay’ welke het hele Abel Tasman National Park omzoomt. Abel Tasman (uit Nederland!) heeft in 1642 voor Europa het zuidereiland ontdekt! Zijn naam leeft tot op de dag van vandaag voort.
De naam ‘Golden Bay’ zegt alles over de omgeving: goudgele stranden aan blauwe zee, meestal met een zonnig klimaat. De zandstranden liggen ingeklemd tussen het subtropische regenwoud. Hier en daar sprookjesachtig!
We vinden een camping aan de kust in Kaiteriteri, een klein dorpje boven Motueka. Het is een toeristisch plekje in de zomermaanden; erg populair bij de Nieuw-Zeelanders zelf. In deze tijd is echter de rust wedergekeerd. Gelukkig maar. Het dorp ligt aan een kleine baai. Het is heerlijk verfrissend om in het heldere water te zwemmen. Met blote voeten sjouwen we langs de kust waar we een ware voetmassage krijgen als we op de rotsen verder klimmen omdat deze flink begroeid zijn met kleine zwarte mosselen.
Als we de volgende dag voor een wandeling richting Marahau rijden is het nog vloed; het water staat dan ook tot op de weg! We bezoeken ‘Arts Unique Gallery’, een plek waar verschillende creatieve mensen samenkomen en kunst maken van natuurlijke materialen. Van klein werk tot mensenhoge beelden.
In het Abel Tasman Park zijn verschillende wandelroutes uitgezet. Wij hebben de voorkeur om aan de kustlijn te lopen i.p.v. in het bos. We informeren naar de tijd van laagtij en maken om die tijd een wandeling langs de kustlijn vanaf Marahau. Het hoogteverschil tussen eb en vloed is hier 4 meter! De gebieden die we eerst volop in het water zien liggen zijn later gigantische openliggende vlaktes. Mooie rotsige kust met kleine baaitjes, vergezicht over zee, warm zand, doorleefde boomstammen, schelpen, grotten.. gewoon mooi!
Als we op het internet het weer bekijken blijkt het aan de westkust, waarvan we het noordelijk stukje nog niet gezien hebben, goed weer te worden. Het is een eindje bij Kaiteriteri vandaan maar we willen het eigenlijk graag meepikken. We kunnen onze caravan op de camping laten staan, bespreken voor twee nachten een huisje aan de westkust en reizen met de auto, wat natuurlijk veel sneller gaat dan met caravan, naar Punakaiki. Dit ligt een stuk ten noorden van Hokitika waar we eerder zijn geweest. We nemen de Motueka Valley highway die door het binnenland gaat; wederom langs hopvelden, fruitgebieden en een landelijk aandoend gebied.
Verder westwaarts loopt de weg kilometers lang parallel met de Buller River. Zon en wolken maken dat de kleuren van het stromende water diepblauw dan wel -groen aandoen. De langste swingbridge van Nieuw Zeeland, the Buller Gorge Swingbridge, is over deze rivier gebouwd. En over deze lange ‘wiebelbrug’ heenlopen is niet het enige wat je hier kunt doen. Martijn en Stan gaan met de Comet Line hoog door de lucht over de rivier heen. Een soort van reuze Flying Fox. Voor hun erg spectaculair! Als we later op zoek zijn naar een plek waar we een lekker ijsje kunnen vinden komen we terecht bij het enige winkeltje annex café annex postkantoor annex eethuis annex videotheek... ja wat kun je er eigenlijk niet?? Het dorpje Inangahua Junction is zo klein en ligt zo geïsoleerd dat dit waarschijnlijk de beste oplossing is. Het is echter een oud ruikend afgeleefd gebouwtje waarvan de buitenkant volhangt met uithangborden en aangeplakte posters om de bezoeker toch maar echt het idee te geven dat hier alles te koop is. We zijn blij dat het ijs goed verpakt is...!!!!
Aan de westkust is de natuur beduidend groener! De begroeiing is weelderig en ziet er fris uit. Geen wonder natuurlijk als je weet dat het hier váák nat is! Loofbomen en boomvarens staan dicht op elkaar en vormen een dicht bos. We verbazen ons over een, voor ons nieuw soort, boom: de Nikau-palm. Een exotisch aandoende palmboom, een met stijve bladeren gegroeide kruin op stam. Des te dichter we bij Punakaiki komen, des te meer vermengd hij zich in het landschap. De kust is rotsig. Het loopt tegen de avond als we op de camping aankomen. De zee is wild maar de zon staat strak aan de hemel en zakt oranje sissend in de zee. Prachtig!
Wakker worden en naar buiten lopen betekent hier dat je meestal verwelkomt wordt door een getjirp van ontelbare krekels. Wat een geluid zeg! Natuurlijke muziek! Daarbij is er ook nog geregeld het gezang van verschillende vogels. Ik kan niet echt beschrijven hoe ze zingen maar ze maken echt een melodie van verschillende tonen. Bryan kon het perfect nazingen.
Het is zonnig met hier en daar wat sluierbewolking als we in Punakaiki de pancake-rocks bezoeken. Het lijkt op gestapelde versteende pannenkoeken in allerlei maten en vormen. De schijven bestaan uit geërodeerd kalksteen en zijn ontstaan door de branding gedurende 30 miljoen jaar. Door de spleten en gaten, de zg. blowholes, spuit het water omhoog als de zee er met volle kracht doorheen jaagt. De zee is vanochtend echter rustig; het is eb dus geen beukende golven. Desalniettemin indrukwekkend om te zien wat de werking van water teweegbrengt en kan vormen! De pancake-rocks liggen op een lob iets de zee in en wat ons zeer verrast is dat, als we het zicht op de westenkust zuidwaarts hebben, we in de verte de sneeuwbergen van de gletsjers (Mount Cook, Fox Glacier e.d.) zien liggen. Deze liggen namelijk zo’n 250 km zuidwaarts!
Na dit bezoek aan de rocks rijden we verder naar het zuiden. De kust heeft grillige klippen en inhammen. De weg slingert zich erlangs en gaat dan weer door het supergroene binnenland. Aangekomen in Greymouth is er in de stad een Gypsy Fair. De ‘hippies’ van jaren geleden, althans zo komt het op mij over, hebben zich samengepakt, wonen in de meest mooie woonwagens en organiseren dit soort fairs. Het is een bonte verzameling aan kleur, aan in de wind wapperende sjaaltjes versierd met kleine metalen buttons en belletjes die een vrolijk geluid nalaten. De een verkoopt zijn eigen handwerk, de ander is bezig met handoplegging en in de volgende woonwagen is open huis en aan lekkers ontbreekt het natuurlijk ook niet. Een apart sfeertje! Er is in het centrum van het veld een soort ‘piste’ gemaakt waar allerlei shows gegeven worden. Wat te denken van ‘the pony and dogs show’. Op het moment dat er omgeroepen wordt dat de show bijna gaat beginnen worden bij verschillende woonwagens de kleine hondjes weggeplukt want iedereen levert tenslotte zijn bijdrage. De hondjes worden met glitter aangekleed en the show kan beginnen! Voordat de gypsy-dance start komen plots alle vrouwen vanachter de kraampjes vandaan om zich te prepareren op hun swingende taak. En je moet weten dat echt niet alle vrouwen onder de veertig zijn! De muzikant van het hele stel vermaakt ons met zijn gitaarmuziek en virtuoze stem. De doorleefde ‘koppen’ van een aantal gypsies verdienen het gewoon om even bij stil te staan. Wat een aparte wereld; in ieder geval kan ieder van hun, ieder op z’n eigen manier, zijn creativiteit kwijt. Rijk zullen ze er niet van worden maar het doet wel relaxed aan. Omdat de temperatuur toch heel behoorlijk is vinden we een grote ijs echt op zijn plek. Deze is te koop bij de eigenaar van het ijskarretje, die ook al actief was bij de hondenshow, en al likkend aanschouwen we het fleurige geheel nog eens. Tijd om terug te gaan richting Punakaiki. Het is eind van de middag als we weer langs de pancake-rocks komen. We gaan nogmaals kijken, de zee is niet wild maar doordat het nu vloed is en de golven landinwaarts willen, blazen ze met kracht door de blowholes. Op onverwachte momenten spuit het water omhoog. Vanuit nieuwsgierigheid kom je soms té dichtbij... verfrissing terplekke!
Misschien geëikt maar wat is er nu lekkerder dan op deze plek èchte pannekoeken te eten. Hier kennen ze enkel zoete pannekoeken met maple syrup, een soort toetje eigenlijk. Mmmmm..
’s Avonds nog een flinke wandeling vanuit de camping langs de kust. Wederom prachtige kleuren in de lucht, over het strand en op de rotsen. Iedereen op het strand wordt stil van de zonsondergang. Het houdt schijnbaar niet op ‘mooi’ te zijn!
De volgende ochtend is het wat mistig. We zullen, na twee nachten in een huisje gewoond te hebben, met de auto noordwaarts reizen, terug naar het plekje waar we onze caravan achtergelaten hebben. Het maakt het groene landschap wat mysterieus. Onderweg hebben we soms een buitje. Als we onze koffiepauze hebben, natuurlijk aan zee, komt Stan ineens hard schreeuwend teruggerend vanaf zijn klauterplek. Hij was nietsvermoedend op hoge rotsen aan het klimmen, die als het vloed is in zee liggen. Ineens kijkt hij recht in de ogen van een serie krabben die in ‘aanvalshouding’ naast elkaar opgesteld staan. Dat is schrikken! Met z’n vieren gaan we terug om dit te aanschouwen. Wat een dieren! Wat een kleuren hebben ze! En wat kijken ze boos en alert. De aanvalshouding is wellicht fake want ze zijn banger van ons dan wij van hen! We bekijken ze van dichtbij maar laten ze verder mooi op hun eigen plekje met rust.
Positievelingen als wij zijn maken we nog een tussenstop om een zeer oud kerkhof te bezoeken in Charleston. De mensen zijn hier rond de eeuwwisseling jong gestorven, zo vertellen de verweerde grafstenen.
We hebben geluk als het boterhammentijd is, want dan schijnt de zon lekker. Op een eenzaam plekje in de buurt van Cape Foulwind aan de Tauranga Bay picknicken we. Wandelen bij Cape Foulwind zit er niet in omdat het dan inmiddels giet! Wel zien we een weka; dit is een naar het schijnt zeldzame loopvogel. De loopvogels zijn een erfenis uit tijden van weleer en hebben geen vleugels. Waarschijnlijk familie van de kiwi, lijkt er in ieder geval veel op.
We komen nog een houten kerkje tegen waar het dorp, drie man en een kip, op zondagmorgen tot bezinning komt. En verder rijden we in een aangenaam landelijke omgeving terug richting Kaiteriteri. Onze bedjes zijn nog steeds gespreid...