Week 6

Het feit dat we aan de andere kant van de wereld zitten kan ons er niet van weerhouden om naar diepgekleurde stenen of doorleefd hout te zoeken. Het strand bij Hokitika wordt afgestruind en de rugzak is zwaar als we terug bij de caravan zijn. Een hobby die onweerstaanbaar is. Gewoonlijk, als we onze vakantie in Europese berglanden doorbrengen, gaan we 'zwaar bepakt' met natuurlijke souvenirs naar huis. De tuin ligt er ondertussen vol mee. Ondanks het feit dat we weten dat er deze reis geen 'kilo's' meekunnen met het vliegtuig krijgt onze natuurlijke drang toch als een vanzelfsprekendheid aandacht. Och, we zullen er nu in de caravan maar van genieten.
Nieuw Zeeland zit vol met possums; buidelratten van zo’n 40 cm lang met een prachtige zachte vacht. Het dier is door immigranten het land ingebracht vanwege de bontindustrie. Inmiddels schijnt het echter een plaag te zijn. Ze hebben zich flink vermeerderd en brengen schade aan de natuur. Ze komen vooral in de avond nacht tevoorschijn. En jawel hoor, op een avond, vlakbij de caravan, zien we iets lopen. Dat móet er een zijn! Alhoewel, bij nader inzien beweegt het dier zich wel érg langzaam. Blijkt een egel te zijn, een doodgewone egel. Dus ondanks het grote aantal possums zijn Peter en ik er in het wild nog geen tegengekomen. Martijn en Stan hebben in de late avonduren één kleintje gezien. De eerste possum die we inmiddels uitgebreid bekeken en geaaid hebben was in een informatiecentrum... naast de sokken gemaakt van possumharen! Hebben we in ieder geval een idee hoe ze eruit zien... ze zijn groter dan we verwacht hadden, hebben een grappig kopje en een volle staart.
Ondertussen hebben we al erg veel zon en heldere luchten gezien. Dat kan niet eeuwig duren... Als we op 21 februari opstaan begint het zowaar te regenen. Eigenlijk was onze planning om vanuit Hokitika verder noordwaarts te trekken. De weersvoorspelling, in deze moderne tijd prima op te zoeken via internet, geeft echter aan dat het daar de komende dagen erg nat zal worden. De kaart wordt opnieuw grondig bekeken en we besluiten oostwaarts te gaan. Misschien is het in het midden van het land wat droger, hopen we.
We rijden door het Arthur's Pass National Park. Dit gebied telt vele bergen van meer dan 2000 m. Aan de westzijde, waar het klimaat vochtig is, stromen rivieren door diepe kloven, omringd door dicht regenwoud. De weg, via de Otira Gorge, loopt langs steil omhoog stekende rotshellingen en naar beneden klaterende watervallen, over diepe ravijnen en wild stromende wateren. Tal van wandelingen zijn hier mogelijk. Klinkt niet slecht, hè! Alleen, de wolken hangen laag en het blijft regenen. Als we informeren bij het visitor-center aldaar blijkt het er de komende dagen niet beter op te worden. Hier settelen heeft dus geen zin. Nu is het grote voordeel van het Nieuw Zeelandse land dat de afstand tussen west en oost overbrugbaar is én dat de oostzijde van de alpen over het algemeen droog is.
We laten helaas de Arthur's Pass achter ons... we hadden erg graag wat tochten gemaakt. Als we verder oostwaarts rijden, komen we in een verrassend aangenaam gebied terecht. Het klaart warempel op en het de begroeiing van het landschap ruilt de groene kleur van het westen in voor zandkleurige graspollen. Kale, ruige bergen en diepe dalen. Dit gebied wordt zo goed als niet besproken in de verschillende informatieboeken. Niet terecht, vinden we.
In dit gebied zien we, zoals ook al eerder in het midden zuiden van het zuidereiland, werkelijk ENORME watersproeiers. Daar waar het land vanwege de kale dorre droge grond eigenlijk nergens voor gebruikt kan worden, wordt er geprobeerd kunstmatig 'leven' in te blazen. Sproeiers van zo'n drie- tot vierhonderd meter lang staan continu klaar om het land te bevochtigen. Eigenlijk gekkenwerk... Nu is het geval dat Nieuw Zeeland de laatste winter maar één vijfde van de normale hoeveelheid sneeuw heeft gehad en dat heeft nu al zijn gevolg. Rivierbeddingen staan droog... en de krant meldt: "Battle for water is going on...!" Hoe zal het groen-gecreëerde land er over een paar weken bijliggen...?
We belanden in Springfield, een plaatsje van niets maar wel met camping. Dat wil zeggen: bij de plaatselijke tennisbaan, waarschijnlijk tennist iedereen in het dorp omdat er toevallig een tennisbaan is, is een groot grasveld met wat eenvoudig sanitair. Om te betalen wordt je naar het huis van beheerder verwezen. Goh, kom je nog eens in een Nieuw Zeelandse huiskamer. Het ruikt naar doorleefd en het oude echtpaar, overigens zéér vriendelijk, heeft in al die jaren te veel snuisterijen bewaart. Verder hangt de héle familie aan de muur... Voor 10 dollar zijn we erg welkom op de camping waar nog een één bus en een tent, met een Deens gezin, staat.
Wat een ruimte. Ook hier wordt het 's nachts weer echt donker. Ik moet toch nog eens vertellen dat bij heldere nacht de hemel zo ontzettend mooi be'stert' is. Een hele lichtband van talrijke sterren steekt af tegen de donkerte van de nacht. Als je 's nachts je bed uitmoet voor een hoognodige stop doe je dit zelfs met plezier!
Door dit dorpje komt zo nu en dan eens de trein voorbij. Op zich niets bijzonders maar wanneer de trein een overgang nadert, in NZ zonder spoorbomen dan wel stoplichten, wordt er luid getoeterd. Hier geeft de trein dus het signaal dat ie er aan komt en je hebt zelf maar uit te kijken!
De natte wolken achtervolgen ons... We hadden ons veranderde plan alweer helemaal in een nieuw plan gegoten: in dit oostelijk gebergte is namelijk ook goed te wandelen. Dat zien we wel zitten. Maar: als 'de vrouw van de beheerder' 's ochtends voor haar schoonmaakronde en een vers bloemetje voor in de doucheruimte komt, vertaalt zij voor ons wat de wolkenlucht aangeeft. Zij kent haar gebied en raadt ons af om in de bergen te gaan wandelen dan wel terug te gaan naar de Arthur's Pass.
Welnu, zo belanden we aan het eind van deze dag in Kaikoura! Het is een plaatsje aan de rotsige oostkust waar we een schitterend plekje aan de zee vinden. Alhier proberen surfers de hoge golven de baas te zijn. De lucht voelt lauw en de zonsondergang maakt de hemel kleurig. Prachtig! Daar kun je goed op slapen!
De volgende ochtend ziet het weer er aanvankelijk goed uit. Nadat we, natuurlijk met het uitzicht op de steeds bewegende zee, ontbeten hebben slaat het ineens om. De wind gaat tot stormachtige hoogte, de wolken beginnen te dreigen, de zee wordt woest en ineens valt de regen met bakken omlaag. De wind beukt tegen de caravan, alsof we in een boot zitten... Er zit niets anders op dan er maar aan toe te geven. Na de middag begint het op te klaren en als de wolken plek maken voor de toppen van het Kaikoura Range gebergte, die we zien als we aan de andere kant van de caravan wegkijken, blijkt het op de toppen gesneeuwd te hebben. Een cadeautje na de storm!
Kaikoura heeft een klein schiereiland, een lob in de zee. Alhier leeft een grote variatie aan zeevogels, die zeker bij laag tij, actief hun voedsel komen zoeken.
Na de woelige ochtendstorm blijkt er voorlopig genoeg nats te zijn gevallen en krijgt de zon weer vrij spel. De wind is veranderlijk, van behoorlijk stevig tot stil. Op het moment dat we boven over het schiereiland lopen worden we voor ons gevoel weggeblazen terwijl de zon uitgebreid prikkelt. Tranen rollen vanuit het niets naar beneden. Soms is het happen naar adem maar het is geweldig! Van hoog kijken we over de rotsige kustlijn met de ene baai na de andere en op de achtergrond het hooggebergte. Als we bij eb via de 'shoreline-walk' terug klauteren, over de puntige uitgesleten rotsen en klippen met de opspattende zee die weer richting vloed wil, komen we wederom bij een zeehondenkolonie terecht. Een heerlijke wandeling!
Op deze warme dag gaan we, weer bij eb, naar de andere kant van het schiereiland en komen nog veel meer zeehonden tegen. Ze zijn gewend aan mensen. Sommige poseren voor je, anderen kijken niet op of om, zoeken liever nog een luiere lighouding. We kunnen ze bijna aanraken... De zeerobben zijn wat feller: ze brullen al vanaf een afstand en dan hoef je echt niet meer dichterbij te komen! We vermaken ons uitgebreid met al het zeeleven wat we tegenkomen. De laatste ochtend alhier kleurt in alle vroegte de lucht oranje en, lijkend vanuit het niets, komt de zon ineens weer aan de horizon tevoorschijn. Het blijft een bijzondere ervaring. De gedachte, dat we nu weer westwaarts zouden kunnen rijden en diezelfde lichtgevende oranje bal daar weer onder kunnen zien gaan, is wel grappig. Die zon.. dat is toch écht een boeiend iets om te volgen... die bepaalt eigenlijk zo veel!
Het volgende gebied waar we terechtkomen is 'Marlborough Sounds': de noordoostelijke fjorden van het Zuidereiland. Via flinke inhammen komt de zee landinwaarts. In tegenstelling tot het Zuiderlijk fjorden gebied is het gebergte hier laag en volledig begroeit. Per ongeluk komen we, met caravan en al, op de Queen Charlotte Drive terecht. De informatieboeken schrijven hierover: 'Een schilderachtige route die achter elke bocht een ander uitzicht biedt.' Ik zal je zeggen... wij weten nu wat dat ‘andere uitzicht’ is!! Ten eerste moet je je een smalle weg voorstellen, erg leuk als je met je caravan tegenliggers tegenkomt, waarbij de ene bocht metéén de andere opvolgt! Continu! Dan is 'een ander uitzicht' natuurlijk snel ingevuld... Het zicht op het fjordwater is vaker niet te zien dan wel. Het ritje wel dus! Poeh.
Gelukkig is er wel een camping... áán het water. En dat betekent zwemmen en afkoelen; de zon is namelijk echt heet. 's Avonds rijden we het resterende stuk van de Charlotte Drive nog, maar het kan ons niet in zoverre bekoren dat we er langer zullen blijven.
De volgende dag trekken we dan ook verder westwaarts en dit keer 'storten' we ons in het stadsleven te Nelson. We verblijven wel op een rustig ruim plekje buiten de stad aan de kust. We sluiten ons die middag aan bij wat de Nelsonaren zelf ook doen op een zondag: luieren, boarden op de golven en genieten van de zon op het Tahunanui-strand. De stad verkennen komt nog!