Week 2

Goodday mates! Spreek uit: ‘Goeddai’ met een scherpe stem...op dit moment hét stopwoord in de conversatie hier. Het dialect wat in het zuiderlijk gedeelte van het Zuidereiland gesproken wordt klinkt doet soms wat americaans aan; het ‘mates’ is vanuit Australië komen overwaaien. Goodday dus!
Tsja, dat het allemaal niet zo wil vlotten met het uploaden van de site is wel duidelijk voor degene die Reizenaar geregeld bekijken. Verbindingen en codes blijken hier toch weer anders te zijn. Daarbij komt dat de informatie die Martijn upload niet op onze eigen laptop te zien is. Handig, hè? Martijn heeft discussies over html-pagina’s, ftp en caches met plaatselijke computerfreaken en dat ook nog eens op z’n engels. Als we er echt niet meer uitkomen hebben we gelukkig Oscar nog achter de hand die voor ons kan uploaden. Een ander iets is dat ik natuurlijk niet elke dag achter de computer zit! De ‘vlijtige’ start zal een minder officieel vervolg krijgen. Misschien hoort dat ook wel meer bij de leefstijl hier!
In de tussentijd hebben we écht veel gedaan en gezien. In Queenstown hebben we naar het Bungee jumpen vanaf een behoorlijke hoogte vanaf de Suspension Bridge gekeken. Ja, gekeken.. die ervaring vonden we genoeg. Het ‘gewoon zijn’ in Nieuw-Zeeland brengt al zoveel verbazing en verwondering vanwege de schoonheid van de natuur dat ik deze adrenaline-kick echt niet nodig heb. Queenstown is wellicht de meest toeristische stad van het Zuidereiland en dat is nou net waar we niet voor komen. Na een blik in het centrum wegwezen dus. Het zicht over Lake Wakatipu is wel mooi; evenals de Queenstown’s gardens die ernaast liggen. Hierin komt de engelse invloed weer duidelijk naar voren.
De reis vervolgt van Cromwell naar Kaka Point aan de oostelijke zuidkust. We rijden via Alexandra, wat het meest hete gebied van Nieuw-Zeeland is. Op deze dag zo’n 35 graden! Ik kijk m’n ogen uit; het lijkt wel alsof we in een westernfilm belandt zijn. Droog, dor, wijds maar met indrukwekkende bergketens, stoffig. De weg slingert erdoorheen en elk moment zou je cowboys vanachter het gesteente verwachten. Geweldig!
En dan arriveren we in Kaka Point. Vanuit het splinternieuwe huis in Cromwell komen we nu terecht in het meest kneuterige huisje wat je je kunt voorstellen. Met het uitzicht op zee, gebouwd op het strand. Geheel van hout, krakende panelen, compleet in de stijl van de jaren vijftig waaraan niets meer is veranderd, overal boeken en zee-souvernirs. Onze familie komt hier zeer geregeld, het is ‘hun’ plekje geworden. We verdelen de slaapplekken en settelen ons. Je doet er niet lang over om je hier thuis te voelen! We maken kennis met de overbuurvrouw die al ‘Gooddayend’ met haar scherpe stem niet te vermijden is. Een alleenwonende zesenzeventigjarige vrouw die paarden fokt en zeer actief door het leven gaat. We mengen ons nu dus compleet in het leven hier.
Bryan neemt ons mee naar Nugget Point om zeehonden te gaan bekijken. En inderdaad, kijkend vanaf de uitstekende rotspunt zijn ver in de diepte de spelende zeehonden te zien. Met een verrekijker krijgen we ze in beeld. Dit is het punt wat overal in de boeken beschreven staat en alle bezoekers op af komen. Maar... er is meer mogelijk, zo blijkt. De volgende dag klimmen we om de enorme rotspunt heen, een plek waar écht geen mens komt, en dalen zo af tot de diepte waar de zeehonden wonen. We gaan tot ons middel door het water heen. Martijn en Stan, en ook wij, vinden het geweldig. Stan wijkt geen meter af van Bryan om alles zo goed mogelijk te kunnen zien en te horen wat hij aan uitleg erbij geeft. We staan er versteld van hoeveel Bryan en Juliet van de natuur terplekke weten en hoe ze er mee weten om te gaan. De rust en veiligheid voor de dieren staat voorop. We lopen en klimmen over de rotsblokken waar we de zeehonden op enkele meters afstand in hun eigen leefomgeving kunnen zien, horen en ruiken. Zeer apart.
Bryan gaat op zoek naar Paua, een schelpdier van zo’n 15 tot 20 cm groot lijkend op een reuze slak, wat onder het water tegen de rots aangekleefd zit. Het is een bewegende vettige zwarte massa in een met alle kleuren bedekte schelp. DIT GAAN WE DUS ETEN! EUHEUH! Schijnt met name in Japan een delicatesse te zijn wat enkel in de meest sjieke restaurants te vinden is; zeer duur dus. We nemen er vijf mee en ‘waden’ weer terug; een ervaring rijker.
De Paua wordt door een middeleeuws aandoend molentje fijn gedraaid en gemengd met uien. In de vorm van een schijf wordt het gebakken in de pan en we eten het met salade en gepofte aardappelen. Het is natuurlijk de kunst om de oorspronkelijke vorm niet in gedachten te hebben tijdens het eten. We doen ons best! Het smaakt wel, maar na een halve schijf heb ik echt genoeg, dan vind ik de afsluiting met de salade toch wat ‘veiliger’. Jean, de overbuurvrouw, legt daarentegen het accent op haar bord toch echt meer op de Paua…
We leren hoe te bodyboarden in de zee op de hoge golven en bouwen enorme dammen die plotseling overstromen onder luid gejuich van de kinderen. En dit alles op een wijds strand waar echt geen kip te zien is. WAT EEN RUIMTE!
Bryan zorgt continu voor verassingen: ’s Avonds wordt de tv buiten op de veranda gezet en kijken de kinderen in het donker, schommelend op de schommelbank en gehuld in hun slaapzak, naar de nieuwste film van Willy Wonka. Een groot contrast met de kneuterigheid van het huisje. Als er dan ook nog hoky poky ijscoups worden uitgedeeld is het feest helemaal compleet. Dit ijs bevat stukjes caramelachtige massa. We leren later hoe hoky poky wordt gemaakt, een pofferige massa met een donkere intense caramelsmaak. Lekker! Tsja, en de dag erop, het is inmiddels 25 januari en je kunt het zo gek niet bedenken, maar vieren we Christmasday! In Holland is het op 25 en 26 december kerstmis maar hier vieren ze van half december tot eind januari kerstmis!! De kerstversieringen zijn nog op verschillende plekken actueel. En dat in hoogzomer-temperaturen en lange lichte avonden.
De kerstboom wordt gezet en kerstprenten sieren de oude schapjes. De Turky wordt gevuld met een mengsel van vruchten, uien en weet ik al wat niet meer. Ondertussen dat deze in de oven gaat en Lizette andere voorbereidingen gaat treffen voor het eten, wandelen we met Bryan enkele uren langs de kust. Het is de eerste dag dat er wat wolken zijn maar daar speelt de zon continu doorheen. Het licht op de brandende zee, het zanderige strand, het uitzicht over de rotsen verandert steeds. Op het strand liggen overal verweerde boomstronken, gebleekt door het zeewater. Het doet woestijnachtig aan. Het mulle zand maakt dat het zwaar loopt; voor het gevoel groeien de kuiten! Maar het is een heerlijke uitwaaiwandeling. Terug in het huis geurt het overal. De tafel is sjiek gedekt en de kerstmuziek klinkt. We smullen van de kalkoen (maken we zelf nooit) en alles wat daarbij hoort. Jean is ook weer van de partij en kan heerlijk direct zijn. Ook zij doet mee in het presentgebeuren. Ja, ook op 25 januari liggen er cadeautjes onder de boom en wordt er uitgedeeld. Niet te geloven, hè? Wel gezellig.
Na het eten gaan we uit vissen. Bryan, Peter, Martijn en Stan gaan voorop. Juliet en ik nemen de klimroute langs de rotsen. Het is hier en daar nog een gevaarlijke klim. Een stap fout betekent diep vallen! We klimmen langs de vaste stek van de ‘shags’, de kuifaalscholvers. Fiere vogels. De heren vangen drie vissen. Stan is zeer enthousiast en roept het uit als hij beet heeft. Martijn is meer de denker op de rots die het maar niets vindt dat het leven van de vissen hierbij beëindigd wordt.
Ondertussen hebben Lizette en Jean voor toetje gezorgd waaronder zelfgemaakte Pavalova, een schuimachtige taart, en Jelly, een bibbelige pudding. Na het dessert wederom naar de zee, het is ook zo dichtbij, en klimmen we over de riffen en bekijken het onder-water-leven in de verschillende poeletjes, van zeesterren tot krabben. Och, zou ik bijna vergeten: We zijn ook nog op Pinquin-tocht geweest. ’s Avonds rond achten verplaatsen deze non-achtige vogels zich van de zee naar het land om daar de nacht door te brengen. Om deze tijd zitten we, ook weer op een ‘geheim’ plekje, verscholen in het gras om ze niet te laten schrikken, klaar om dit gebeuren te observeren. En warempel, er komt beweging: al springend en waggelend komen ze uit het water, maken zichzelf schoon en zoeken hun avondplek op. Prachtig om dit van zo dichtbij te zien.
Bij het volgende ontbijt staat de zelfgebakken vis op het menu. Smaakt goed! En dan is er het afscheid van het zeeleven alhier. ‘A hug for Jean’ en wederom op route. Lizette en Juliet rijden met de bus een snelle route. Bryan en wij nemen met onze auto, die overigens overal rijdt en trekt als de beste, de kustroute. Hij blijft maar zeggen “Oh…You ain’t seen nothing yet!” terwijl wij voor ons gevoel al zeer veel moois van het land gezien hebben.
We rijden vanuit Kaka Point zuidwaarts en de eerste stop is bij Purakanui. We klauteren door een oerwoudachtig bos naar de Purakanui-falls, de watervallen aldaar. Het is een zeer groen bos en zien voor het eerst varens op stam, de z.g. boomvarens, en verder een mengeling van silver beech en red pine. Wat een weelde. Schijnbaar is dit de beste omgeving voor varens gezien hun gezonde kleur. De volgende stop is bij een grote houten hippie-woonwagen getiteld ‘The Lost Gypsy Gallery’ in Tautuku. Aan de buitenkant zeer aantrekkelijk gedecoreerd. We ‘bellen’ aan en als reactie hierop worden we automatisch natgespoten door een straal die zich richt op de beller. Al snel blijkt dat het hier gaat om, met zeer eenvoudige producten gemaakte, eigen verzinsels die zeer creatief zijn. De woonwagen staat vol met kleine handgemaakte kleine apparaatjes die bewegen of waar iets grappigs mee gebeurt als je ze aanzet of eraan draait. Verwonderlijk. Geen entree of zo, we mogen uitgebreid rondkijken. We kopen twee handgemaakte halskettingen voordat we afscheid nemen.
Na een eenvoudige picknick naar Curio Bay met zijn ‘Fossilised Forest’. Ongeveer 160 miljoen jaar geleden is er waarschijnlijk een vulkaan in dit gebied uitgebroken. De stronken van de bomen en omgevallen bomen zijn versteend en later door de zeebranding blootgelegd. Aanvankelijk lijkt het niet zo spectaculair maar bij nader inzien is het prachtig om van dichtbij de vormen van de stronken te bekijken. Aan dezelfde kust spat het water hoog op tegen de rotsen. Bij een naderende hoge golf is het afwachten wat het resultaat van de kracht van het water zal zijn. Stan doet ruig en gaat op de punt van de rots staan. En jawel, kletsnat! Dan maar met een natte onderbroek de verdere middag door… Hier dus wel spectaculair!
Wat al bijna gewoon is geworden, terwijl dat eigenlijk niet zo gewoon is, is dat het nog steeds echt zomers weer is. De zon doet haar best en zo ook de zonnebrand, die hier in Nieuw-Zeeland echt nodig is. De lucht is zo schoon en de ozon dunner als in Europa dat je snel kunt verbranden. De Nieuw-Zeelanders lopen dan ook eerder met lange mouwen dan in een hemdje. ’s Morgens na het tandenpoetsen dus insmeren met factor 30!
Aangekomen in Invercargill staat onze caravan inderdaad te wachten onder de bomen. Genoeg plek voor ons vieren; veel licht; voldoende bergruimte; water; kookgelegenheid. Niet nieuw en zeker niet ‘modern’ maar perfect om drie maanden in te wonen. We hebben hier niet meer nodig. Als we met dit ‘huisje’ op mooie plekjes kunnen staan dan is dat veel belangrijker! Toch?
De komende dagen zullen we doorbrengen in Invercargill. We slapen natuurlijk in de caravan maar ‘wonen’ overdag in de tuin en het huis van Bryan, Lizette en Juliet. Het is heerlijk weer. We bezoeken Bluff, het zuidelijkste puntje van Invercargill, en maken aldaar een wandeling door wederom een zeer groen oerbos. Opvallend zijn de natuurlijke geuren en de zingende vogels! Ik hoor vogelgeluiden die ik nog nooit heb gehoord; de nachtegalen van Nieuw-Zeeland. Stilstaan bij datgene ‘wat er is’ dus! Heerlijk.
Verder ontmoeten we hier allerlei familieleden. Tante Mia, neven, nichten en hun kinderen. Iedereen wil het beste voor ons; we krijgen volop advies over de verder te volgen route (we reizen, als we het zuiden van het Zuidereiland verlaten, namelijk verder met ons vieren). Er wordt nog gesleuteld aan de caravan: schappen in de kast, een buitenlamp, stabilisator op de dissel. Op zaterdagavond is er een barbecue georganiseerd waarbij alle familieleden uitgenodigd zijn. Ongecompliceerd, gemoedelijk, humor, gezellig, we delen de ervaringen van Nieuw-Zeeland en Nederland, zelfs een groots vuurwerk wordt in de donkere uurtjes afgestoken! Des te later het wordt des te meer wordt er geprobeerd om ‘plat’ te praten; het dialect, zoals tante Mia en wij dat ook spreken, wordt gemengd met het engels. En dat geeft natuurlijk grappige effecten! Het fijne van het zijn bij een familie is dat we de manier waarop mensen in Nieuw-Zeeland wonen, leven, werken, hun tijd doorbrengen, omgaan met elkaar van dichtbij meemaken.
In deze stad Invercargill, tsja wat heet ‘stad’... het is erg ruimtelijk en alle gebouwen zijn laagbouw, zijn verschillende parken. Niet zomaar een park maar hectares groot! Enorme grote oude bomen, een speelpark, dieren o.a. de tweehonderd jaar oude tuatara: een aan de sauriërs verwante hagedis, rozentuinen, Japanse tuinen, een concertprieel enz. enz. Opvallend is hoe schoon de parken zijn! Geen papiertje op de grond, het gras perfect gesneden, de heggen geschoren, geen grafity enz. enz. De stad is trots op zijn parken en er wordt met respect mee omgegaan. Bryan bedenkt het plan om met de kinderen in de late donkere uurtjes een wandeling te maken in het park wat vlakbij ligt. En omdat het goed is dat ook wij soms even het kind in onszelf omhooghalen gaan we mee. We struinen door donkere paadjes en verzinnen fantasie verhalen waarin elfen, kabouters, koningen en wat al niet meer het voor het zeggen hebben. We eindigen de nacht’walk’ klimmend in een tien meter hoge en vijf meter brede coniferenheg. Niemand kent dit plekje! Zittend bovenop het groen van de enorme heg krijgt onze fantasie enkel meer inspiratie!
Overigens, voordat we naar Nieuw-Zeeland gingen zeiden sommige mensen dat de koffie hier erg slecht zou zijn. Nou, daar hebben we gen last van. Het smaakt ons prima. Nog een ander weetje: rauwe erwten eten is hier heel gewoon. Zelf nooit over nagedacht, maar erg smakelijk moet ik zeggen. Lizette heeft erwten in haar moestuin. We hebben meegeholpen met plukken én gesmuld!
Nog wat anders: de sterrenhemel is zo helder! En er zijn hier, aan de andere kant van de wereld, andere en zeer veel sterren te zien: de southern cross en een hele lichtband van de melkweg. We worden geregeld mee naar buiten genomen omdat er een bewegend ruimtestation (met astronauten) overkomt. Omdat de omgeving zo donker is komt lijkt het natuurlijk nog intenser. Geregeld zijn er vallende sterren aan de hemel. Goh, wat is de wereld mooi...