Week 11

We blijven enkele dagen in Coromandel. Het internet laat ons zien dat het hele noordereiland bezaaid is met wolken en wat regenbuien, zo ook in en rondom Coromandel. Goh, we hebben niet eens paraplus, blijkt nu. De regenjassen zitten nog ingepakt maar komen nu wel goed van pas. We trekken er net zo goed op uit via The 309 Road. Ik heb geen idee waarom deze weg zo genoemd is maar het naambord is zo overduidelijk dat het zeker zijn reden zal hebben. We bezoeken Waiau Waterworks, een uit de hand gelopen hobby van een plaatselijke kunstenaar. Een ruim perceel in varenbos-omgeving is op humoristische en originele wijze aangekleed met beeldenkunst, natuurlijke elementen en allerlei geraffineerde apparaten die een verbinding met water hebben. Tsja, en om dit alles uit te proberen is er geen ontkomen aan: NAT worden we! Op het terras onder het genot van een zelfgebakken muffin drogen we in het flauwe zonnetje voldoende op om een korte wandeling te maken in het regenwoud. Dichte weelderige begroeiing, riviertjes, prachtig vogelgezang, alle kleuren groen in megaformaat. Het is dat er een paadje aangelegd is, anders zou een kapmes hier de beste tijd van zijn leven hebben. En het is dat we weten dat er in NZ geen slangen en mega insecten voorkomen, anders had we het in deze omgeving zeker horen sissen!
Alhier maken we kennis met de Kauri, een zeer langzaam groeiende boom. Deze zijn typisch voor het Nieuw Zeelandse landschap maar zijn in het verleden massaal gekapt vanwege het zeer harde hout en enorme omvang. De leeftijd kan variëren van honderden tot enkele duizenden jaren. In dit woud staan enkele exemplaren die zeshonderd jaar oud zijn. Deze stonden er dus al toen de eerste mens in NZ kwam wonen! Raar idee, hè! De kauris laten zich moeilijk fotograferen. Die omvang krijg je niet in je lens!
Ook kunstig is de Driving Creek Railway (DCR) vlakbij het stadje Coromandel. De basis van het ontstaan hiervan ligt bij de oranje rode klei ondergrond in de omgeving van Coromandel. Deze is erg geschikt om te gebruiken in de pottenbakkerswereld dan wel voor het bakken van bakstenen. De eigenaar van DCR, die zo’n 30 hectare grond in zijn bezit heeft in een moeilijk begaanbaar regenwoud gebied, ontdekte boven op de heuvels zeer bruikbare klei en heeft een uniek systeem bedacht om deze beneden te krijgen: een privé smalspoor (eenrichting) waarop een kleine trein met wagonnetjes kris kras door het weelderige groene regenwoud rijdt! Tegenwoordig biedt hij de mogelijkheid om als bezoeker mee te gaan de heuvel op. Een speciaal ritje, moet ik zeggen. Daar de trein geen bochten kan maken zigzagt het door de bomen en regelmatig wordt er dan ook gestopt om handmatig de wissel om te zetten. De route voert door tunnels en over bruggen die constructies hebben waar diep over nagedacht is.
Het stadje Coromandel was eind 1800 een goudzoekerstadje en de sfeer hiervan is nog steeds te proeven. Kunstenaars voelen zich hier thuis en wonen er relaxed. Als we wat door een straatje slenteren zien we een ouderwets aandoende slagersetalage. Een half varken hangt prompt voor de raam; een beeld wat in deze tijd eigenlijk toch niet meer aan de orde is. Terwijl ik enkele foto’s hiervan neem, komt de eigenaar naar buiten gewandeld. Jee, denk ik, en allerlei negatief invullende gedachten gaan door mij heen. We hebben er tenslotte niets gekocht en ik sta zomaar zijn etalage te fotograferen. Hij heeft blijkbaar heel andere gedachten. De achterwand van de etalage is namelijk één groot spiegel zodat er eigenlijk twee varkens en vijftig worsten hangen. Echter, concludeert de slager, als je fotografeert geeft dit een ongewenste spiegeling, dus hij stelt voor om het complete spiegel weg te halen zodat ik nogmaals een foto kan maken zonder hier last van te hebben. Nou ja, dit voelt als een omgekeerde wereld voor ons, Nederlands denkende, toeristen!
Als we verder trekken richting westen hebben we alle soorten luchten; de zon verdrijft de regen en andersom. Een spannend schouwspel hoog in de lucht. Onderweg vermaken we ons de hele middag aan de kust vlakbij het plaatsje Miranda wat een vogelgebied is. Omdat de zee zich behoorlijk ver terugtrekt bij eb trekt dit juist bepaalde vogels aan die zich hier tegoed doen aan allerlei zeelekkers. Een flinke doos schelpen rijker wordt het tijd om een slaapplek op te zoeken. We doen, voor ons doen, luxe… een vijfsterren camping met een hot pool zwembad, op natuurlijke wijze via de warmte vanuit de aarde verwarmd dus. Het ziet er allemaal piccobello uit. Elk struikje staat op de centimeter gepland en de campingkeuken en huiskamer doen sjiek aan. Goh, verwennen dus. Dat dit alles erg relatief is merken we snel genoeg. De mensen die het warmwaterbad opzoeken komen voor de ontspanning en hebben helemaal geen behoefte aan duikende kinderen die het liefst ook nog met een bal zouden willen overgooien. En om alles ook in perfecte staat te houden gelden er sluitingstijden van bepaalde gebouwen. Tsja, en als je dan nodig moet plassen heb je wel pech! Voor ons toch maar liever een eenvoudiger plekje waar we kunnen gaan en staan waar we willen en onszelf kunnen zijn.
We rijden de dag erop door naar Auckland alwaar neef Arnie met vriendin Viv woont. Ze hebben enkele keren familie in Nederland bezocht en de ontmoeting is dan ook meteen erg ongedwongen en losjes. We blijven voor één nacht maar zullen er in de laatste week van onze reis langer blijven en ook de stad verkennen. We kletsen bij over het familieleven, genieten mee van hun kookkunsten en onder het genot van een dieprode wijn is het nacht voordat we het in de gaten hebben. Erg gezellig!
Het noorden van het noordereiland staat nog op ons lijstje om te bereizen. Vanaf Auckland maken we een flinke trip noordwaarts en komen terecht in het plaatsje Russell in het gebied van ‘the bay of islands’. De naam zegt het al, de baai is bezaaid met eilanden, bewoond dan wel onbewoond, met spectaculaire zeegezichten en met een mild en zonnig klimaat. Mensen van over de hele wereld hebben in Russell zomerhuizen waar ze enkele maanden per jaar wonen. De dollar rolt hier goed!
Omdat Russell op een kleine landtong ligt is er de mogelijkheid om aan allerlei kanten naar de kust te gaan. Voor ieder wat wils: een kade met een pier met allerlei restaurantjes dan wel de verlaten stranden met hun rotsige of met zand overdekte kusten. Het is heerlijk om in de lauwe temperatuur, ook in de avond, buiten te zijn of langs het water te sjouwen. En dan te bedenken dat het inmiddels herfst is. Van onze familie in Invercargill, het zuiden van het zuidereiland, horen we dat de bladeren al vallen en de temperatuur echt fris is. Geen wonder dus dat Russell een gewild vakantieoord is. Nu is er echter weinig meer te doen, het seizoen is nagenoeg voorbij. Wat ons betreft is dit geen enkel probleem: des te leger zijn de stranden. Heerlijk.
Op 1 april gaan we op krabbentocht. We wachten op het moment dat het eb is. De zee heeft zich dan teruggetrokken van de rotsige kust en laat allerlei poeletjes achter. Het is geen route of aangegeven pad.. we hebben tenslotte zelf bedacht dat de kans groot is dat er flinke krabben zullen zitten gezien de aard van de kust. Het wordt dus klimmen over puntige rotsen met steile wanden waar we ons eigen pad zullen moeten zoeken. Des te spannender! We weten niet hoever we kunnen komen omdat het moeilijk begaanbaar is en we hebben te zorgen dat we voor de vloed terugzijn! We helpen elkaar om vooruit te komen en wijzen de plekken aan waar de voeten het meeste grip hebben. Soms vraag ik me af of het wel verantwoord is voor Martijn en Stan maar in werkelijkheid zijn ze natuurlijk met hun jonge lenige lichaam behendiger dan wij!
Ja, ja, we worden dik en dubbel beloond. Op de dieper gelegen plekjes die met lauw water gevuld zijn krioelt het van de krabben! Omdat het er zo stil is komen de krabben uit hun vertrouwde water op de rotsen. En op het moment dat we dichterbij komen rennen ze natuurlijk massaal terug. Zonder hen echt de schrik op het lijf te jagen kunnen we ze echt van dichtbij meemaken. Erg bijzonder is dat op het moment dat ze zich snel voortbewegen over de rotsen je het geluid van hun harde poten over het gesteente hoort. Kun je je voorstellen hoe het klinkt als hele families krabben (groot en klein) op pad zijn! Een aaneenschakeling van ‘klak, klak,klak’, schitterend. Het is een bijzondere middag!
Morgen zullen we kennis gaan maken met dolfijnen in zee. We gaan ze niet alleen bekijken maar daar zal ik meer over vertellen in week 12.